Aardappelteelt / productie

De teelt van de aardappelen is voor de boer een bezigheid van het jaar rond.

Voor de beschrijving van de cyclus beginnen we in maart. Het pootgoed wordt dan aangekocht 

en in de schuur opgeslagen bij 15°C. 

De pootaardappelen kunnen bij deze temperatuur iets voorkiemen.


Het poten

In april wordt het pootbed bereid. De grond van de akker wordt losgemaakt en met mest verbeterd. 

In april gaat het pootgoed de grond in. Dat gebeurt machinaal. De pootmachine legt de aardappelen zo'n 35 cm van elkaar en de aanaarder, een machine, schuift er de losse grond overheen.


Ophogen

In mei worden de ruggen opgehoogd met een rijenfrees. Zo krijgt de plant voldoende losse grond om knollen te vormen. Bovendien, doordat de planten op ruggen gaan staan, zal dat de latere oogst vereenvoudigen.

 

Stengels, wortels en stolonen

De moederknol (zo noemen we de aardappel die gepoot is) maakt in de zomer onder de grond behalve stengels ook wortels en stolonen, dit zijn onderaardse stengeldelen. Met de wortels kan de knol bouwstoffen en voedingsstoffen uit de grond halen als de eigen voorraad gebruikt is. Aan die stolonen onder de grond komen na een paar maanden kleine knolletjes. Dat worden de nieuwe aardappelen. Nieuwe aardappelen kun je herkennen aan een dunne schil. Het worden nieuwe voorraadschuren voor een volgende generatie. Pootaardappelen halen die volgende generatie wel, consumptie- en zetmeelaardappelen belanden voor die tijd op ons bord of bijvoorbeeld in een pakje bindmiddel.

 

In augustus wordt het aardappelveld vaak beregend. Wij zijn immers in de droge maand. In polders wordt ook wel het waterniveau aangepast.

September: oogstmaand

In september volgt de oogst. De rooimachine haalt de knollen uit de grond en stort ze op de wagen. De aardappelen gaan direkt de geventileerde schuur in om de oogst later op grootte te kunnen sorteren. In het donker en bij temperatuur van 7° C kunnen de meeste aardappelen tot een jaar bewaard worden.


Voorbereiding nieuw seizoen

In oktober wordt de grond weer geploegd. Plantresten gaan onder de grond en de bodem wordt tot op 30 cm diepte losgemaakt. Het vocht in de aarde zal in de winter door bevriezing verkruimelen. Zo maakt de akker zichzelf weer op voor een nieuw seizoen.

Bron: www.warenkennis.nl